vrijdag 29 juni 2012

The life and death

of Marina Abramovic. Deze dagen nog te zien in de Singel te Antwerpen. Regisseur Robert Wilson bracht 3 grootse artiesten bijeen: acteur Willem Dafoe, zanger Anthony Hegarty zonder zijn Johnsons en moeder van de performance-art, Marina Abramovic. Zelden een voorstelling gezien die zo volledig klopte. Het licht, het visuele decor, de buitenaardse muziek - live gespeeld door een onzichtbare band -, de etherische gezangen, de uitgepuurde figuren, het vloeiende verloop - de flow - van het intrigerende verhaal, het theater van Dafoe en, naar het einde toe, zijn verbluffende inzet om alles wat hij aan stemkunsten te bieden had, naar boven te halen, en last but not in the least, de bewogen onbewogenheid van la grande dame zelf. Ja, dit was theater maar op zo'n manier gebracht dat het oude herinneringen naar boven haalde; herinneringen aan de tijd waarin het onderscheid tussen al deze kunstvormen nog niet was gemaakt. Het is geen toeval dat Abramovic in haar interviews zelf verwijst naar het het feit dat tijd van elementair belang is bij alle performance-kunst. Performance-art is, zo zegt ze, zoals het leven zelf. 

Of Marina nu gewoon leeft of een performance neerzet, ze is altijd zichzelf en neen, dat doet niets af aan de kwaliteit van haar werk als je bedenkt dat haar 'gewone' staat van bewustzijn allesbehalve gewoon is. (Of juist heel gewoon en heel erg menselijk; het is maar hoe je het wil bekijken.) Haar werk in het Museum of Modern Art (MoMa) van New York - The Artist is Present - was daarvan een prachtig bewijs. Voor deze performance zat ze maandenlang op een houten stoel. Zes dagen per week en zeven uur per dag kregen bezoekers de kans om tegenover haar plaats te nemen en te ondervinden hoe het voelt als iemand je zonder enige vorm van expressie aanstaart: Tijdens die maanden had het voor mij niets meer met kunst te maken. Ik leefde dat leven. Het MoMa werd een soort klooster, ondanks dat ik middenin New York was. Ik ging ernaar toe, hoefde met niemand te praten en raakte er dag na dag in die specifieke staat. 

Over welke specifieke staat gaat het hier? Als je bedenkt dat performance-art rechtstreeks naar de essentie gaat, en je bedenkt vervolgens dat iedereen - zonder uitzondering! - een ensemble-gezelschap herbergt, dan is de conclusie snel getrokken: de performance-kunstenaar verenigt alle aspecten van zichzelf door al deze deel-aspecten te laten samenwerken en niet door ze te ontkennen of te onderdrukken. Op die manier wordt hij volledig Een in het Hier en Nu en inspireert hij anderen om hetzelfde te doen, al is het maar voor even. Dat dit werk al zittend, op een houten stoel, kan worden volbracht, komt omdat het in de eerste plaats om een geestelijk werk gaat dat zich in de hogere dimensies voltrekt. 'Die specifieke staat' waarvan Marina spreekt, slaat dus met andere woorden op een proces waarbij ze vergeestelijkt en waarbij ze observeert wat er met haar en de wereld in die specifieke, vergeestelijkte staat gebeurt. 





maandag 18 juni 2012

Schatvinders

lijken niet meer van deze moderne tijd. In het Oosten daarentegen bestaat nog steeds een levende traditie waarbinnen schatvinders alles opschrijven wat ze vinden. Ze hebben daar slechts een 'teken' voor nodig. Er zijn tal van dergelijke tekens beschreven. Ze zijn te vergelijken met een markering in de uitgestrekte jungle die ons helpt de weg terug in de diepte der herinnering te vinden. Schatvinders krijgen bijvoorbeeld een visioen of een heldere droom en beginnen - alsof het om een onweerstaanbare drang gaat - te schrijven. De tekst stroomt als het ware uit hun handen, zodat het een vorm van automatisch schrijven betreft. Zij ervaren het alsof een deel van hun geheugen verzegeld is geweest, want de kennis uit een vorig leven blijft in alle incarnaties bewaard, maar dan onbewust; hij kan haar niet willekeurig 'oproepen'. De schatvinder is als het ware een 'slaper' die gedurende een reeks van levens niet als schatvinder kenbaar wordt. Totdat hij op een goede dag het teken krijgt en plotseling alles openbaar wordt wat met een sluier bedekt scheen te zijn. Op zo'n moment heeft de schatvinder een corpus van kennis tot zijn beschikking waarvan hij tot dan toe geen weet heeft gehad. De herinnering komt met kracht naar boven. Een beetje zoals een vulkaan vuur spuwt. We kennen het verschijnsel allemaal: je ruikt, proeft, hoort of ziet iets en opeens is er de herinnering aan iets uit het verleden - een gemoedstoestand, de geur van een zee of een bos, een beeld uit de kindertijd.
Soms is het de levenspartner die een schatvinder zegt wat hij zich moet herinneren. Soms leeft een schatvinder alleen en houdt hij zijn visioen(en) jarenlang voor zich. Dan hoort niemand er iets van en krijgt niemand anders zo'n waardevol geschrift te zien. In dat geval bestaat altijd het gevaar dat de overdrachtsketen uitsterft. Soms deelt een schatvinder zijn geschriften met zijn vrienden en anderen die hij als zijn leerlingen beschouwt.  



vrijdag 15 juni 2012

Vandaag

heerst nog steeds de opvatting dat bewustzijn een product van de hersenen is. In 1898 scheef psycholoog William James (1842-1910) echter al dat de hersenen weliswaar een functie hebben om bewustzijn te ervaren, maar dat dit geen productieve functie kan zijn, maar een permissieve of transmissieve functie. Dus een functie die informatie toelaat of doorgeeft. Volgens James bestaat het al in een andere, transcendente sfeer en is onze toegang tot aspecten van het bewustzijn afhankelijk van de persoonlijke 'hersendrempel', die bij sommigen mensen lager is dan bij anderen, waardoor zij toegang hebben tot verschillende aspecten van dit ruimere bewustzijn. Ofschoon James abnormale bewustzijnservaringen gebruikt om zijn theorie te onderbouwen, spreekt hij over de continuïteit van het bewustzijn en het is opvallend - maar niet toevallig! - hoe sterk de benadering van James en de terminologie die hij gebruikt overeenkomen met Pim van Lommels concept van non-lokaal bewustzijn, Ken Wilbers concept van eenheidsbewustzijn en Ervin Laszlo's concept van het Akasha-veld. Mijn inziens hebben we hier met 'denkers' te maken die, mezelf incluis, niet bang zijn om de volgende conclusie te trekken: er is een ultieme Bron van het bewustzijn in een meerdimensionale ruimte, en (bijna) elk deel van dit eindeloze bewustzijn is voor ieder mens toegankelijk. 

Zo zegt Van Lommel: Onder verschillende omstandigheden zijn we in staat dit eindeloze bewustzijn te ervaren. Bij levensbedreigende situaties spreken we van een bijna-dood ervaring. Maar omdat dit verruimde bewustzijn ook gemeld kan worden bij omstandigheden die niet levensbedreigend zijn is de term bijna-dood ervaring bepaald niet ideaal. Een goede term zou 'inzichtervaring' of 'verlichtende ervaring' kunnen zijn. Maar een ervaring van een verruimd bewustzijn kan misschien nog beter een ervaring van non-lokaal of eindeloos bewustzijn worden genoemd. 

En dan volgt in zijn boek Eindeloos Bewustzijn een opsomming van verschillende omstandigheden waarbij een verruimd bewustzijn kan worden ervaren (die ik hier letterlijk overneem):

1. Bijna-dood ervaringen kunnen optreden bij een kritieke medische situatie, waarbij de hersenfuncties meestal duidelijk zijn aangetast, zoals bij een hartstilstand, een coma of een bijna-verdrinking. 
2. Doodsangst-ervaringen zijn gebaseerd op plotselinge hevige doodsangst en worden gerapporteerd na een schijnbaar onvermijdelijke dood zoals bij een (dreigend) verkeersongeluk of bij ongelukken tijdens bergsport. 
3. Identieke ervaringen worden gemeld onder omstandigheden waarbij sprake kan zijn van gevoelens van wanhoop, eenzaamheid of verlatenheid. Zo'n ervaring is bijvoorbeeld gemeld door Charles Lindbergh toen hij in zijn eentje over de oceaan vloog, en door astronauten tijdens hun ruimtevlucht. Mogelijke omstandigheden zijn: 
-isolatie (schipbreukelingen, astronauten)
-extreme uitdroging of onderkoeling
-een depressie of existentiele crisis.
4. Ervaringen van een verruimd bewustzijn kunnen ook worden gemeld zonder dat er sprake is van doodsangst, wanhoop of eenzaamheid:
-tijdens meditatie of totale ontspanning (verlichtende of eenheidservaringen)
-tijdens regressietherapie (die ook onder hypnose kan plaatsvinden)
-tijdens het gebruik van bewustzijnsverruimende middelen zoals LSD of DMT.

Dat 'ervaringen van een verruimd bewustzijn' - ik spreek zelf liever over mijn inzichten, heldere dromen of visioenen - ook nog op een andere manier kunnen ontstaan, is waar mijn boek ZIEL IN ZICHT! van wil getuigen. Zoals Jan Fabre zichzelf als kunstenaar 'opoffert voor de schoonheid', zo vecht ik voor datgene waarvan ik zeker weet dat het bestaat en dat is het hogere eenheidsbewustzijn, de Weg naar het Paradijs op Aarde. In de woorden van Huston Smith: Zonder onbaatzuchtige wijsheid is ethiek verstoken van inzicht, is kunst een onbenullige bezigheid en is spirituele ontwikkeling een illusie. 

  

woensdag 13 juni 2012

En wat betreft

conflicten die momenteel over ter wereld plaatsvinden tussen aanhangers van zogenaamd verschillende godsdiensten? Het woord 'zogenaamd' is in de voorgaande zin natuurlijk niet toevallig gekozen maar benadrukt opnieuw de EENHEID waarvan alle godsdiensten uitgaan. Ja, je leest het goed, beste lezer, alle godsdiensten of religies hebben zonder enige uitzondering een gemeenschappelijke basis gemeen en die basis laat zich op dit moment nog het best omschrijven als 'spiritualiteit'. Laat ik maar eens even mezelf citeren. Uit ZIEL IN ZICHT! : Het verschil tussen religie en spiritualiteit is dat spiritualiteit de kern van elke godsdienst is en daardoor alle grond-principes van Universele menselijkheid omvat: Liefde, Eerlijkheid, Gelijkheid, Vrijheid en Zorgzaamheid. Spiritualiteit dwingt nooit en dat is wel zo prettig. 

Vanaf dat iets dwingt - of het nu geloof is in de Westerse wetenschap of geloof in de een of andere godsdienst, geloof in bepaalde mensen of geloof in bepaalde regels - weet je dat er iets niet in de haak is en dat je individuele geboorterecht op Vrijheid wordt aangetast door een soort Angst die niet op Liefde is gebouwd en dus op niets fundamenteels is gebaseerd. Het is aan ieder van ons om dat geboorterecht niet te verzaken en op te staan, telkens en telkens opnieuw, totdat uiteindelijk de gehele wereld op een dag verlost zal zijn van haar schaduwen en in het Licht zal baden zoals altijd al was bedoeld. 

We mogen degenen die vandaag hun leven opofferen, voor wat voor zaak dan ook, dankbaar zijn. Zij openen ons hoe dan ook de ogen voor onze eigen duistere schaduwkanten die aan/naar het Licht dienen te worden gebracht.  



dinsdag 12 juni 2012

Godsdienstlessen

horen niet thuis in het onderwijs. Zo las ik daarnet op de site van de Morgen. Naar aanleiding van allerlei recente incidenten neemt het debat steeds grimmiger vormen aan. En men neemt aan dat het in de toekomst alleen maar erger zal worden. Tja, denk ik dan, dat komt ervan als je eeuwenlang stelselmatig je ogen sluit voor zaken die, hoe je het ook draait of keert, mens-eigen zijn. Wellicht zijn deze zaken zelfs meer mens-eigen dan enige andere zaak.

Het is geweten dat de Westerse wetenschap een materialistische wetenschap is die slechts van fysiek waarneembare zaken uitgaat. De niet gemakkelijk waarneembare of zogenaamd onzichtbare zaken laat zij simpelweg links liggen. Johann Wolfgang von Goethe (1749-1832) vatte het destijds mooi samen. Zo liet hij zijn Mefisto in Faust II het volgende zeggen:

Daaraan herken ik de hooggeleerde Heren! 
Wat zij niet kunnen aanraken, staat zeer ver van ze af
Wat zij niet kunnen bevatten, daar ontbreekt elk begrip
Wat zij niet kunnen berekenen, kan echt niet bestaan
Wat niets weegt, heeft voor hen geen enkel gewicht
Wat geen geld opbrengt, dat telt niet volgens hen.'

Laat het duidelijk zijn: ik ben geen voorstander van blind geloof in wat voor zaak dan ook. Wetenschap moet werkelijk een weten-schap inhouden en steeds uitgaan van persoonlijke ontwikkeling en ervaring. Alleen op die manier kan de wetenschap evolueren en wordt zij niet ook verheven tot een soort geloof. 
Ik vind dat wetenschap, wil zij werkelijk dat etiket op zichzelf plakken, zich niet mag vastleggen op materialistische en dus beperkende aannames. Ware wetenschap dient open te staan voor nieuwe en aanvankelijk soms onverklaarbare bevindingen en ziet het als een uitdaging hiervoor verklarende theorieën te vinden. Ware wetenschap is vragen stellen met een open geest en mag niet bang zijn voor antwoorden die alles op zijn kop kunnen zetten. Wanneer bepaalde feiten niet passen in een bepaald wereldbeeld, dient dat wereldbeeld aangepast te worden aan de feiten, en niet omgekeerd.

Een van de meest belangrijke vragen die we ons momenteel dienen te stellen is deze: hoe komt het dat zoveel mensen wereldwijd geloven in iets hogers? Zijn zij, zoals de Westerse wetenschap ons voorhoudt, werkelijk nog niet voldoende ontwikkeld/beschaafd/geëvolueerd? Zijn zij, zoals de Westerse wetenschap ons dagelijks inlepelt, niet goed bij hun hoofd en te dom voor woorden? Of is er iets anders aan de hand? 

Is het niet zo dat mensen zich wereldwijd geroepen voelen om steeds sterker op te komen voor datgene waarin zij geloven, omdat als zij dat niet zouden doen, straks de Westerse wetenschap het volledig voor het zeggen krijgt en we dan met een zielloze wereld zitten opgescheept waarin totaal geen plaats meer is voor datgene wat ons leven werkelijk de moeite waard maakt? 
Is het niet zo dat we vandaag de dag allemaal getuige zijn van de strijd tussen de twee kanten van de medaille, namelijk religie en wetenschap? Deze strijd hoeft echter niet noodzakelijk op totale chaos  uit te lopen want waarom zouden we er niet in kunnen slagen het hogere bewustzijn te bereiken dat beide integreert? Waarom zouden religie - ik spreek veel liever van spiritualiteit, hoewel ook dat woord de lading niet helemaal dekt - en wetenschap immers niet samen kunnen gaan? In het verleden, toen er nog sprake was van meta-fysica en al-chemie was men reeds een goed eind op weg. Maar toen kwamen de Heren van de 'moderne' wetenschap en werd de meta van de fysica en de al van de chemie resoluut gescheiden. Vandaag zitten we opgescheept met de gevolgen van die opsplitsing. De enige uitweg uit de huidige crisis? Zoals de wijze Emerson ons reeds meedeelde: Verbind slechts! 

Kijk, en die verbinding is waar het in BDE allemaal om draait. Inzake het leggen van verbindingen zijn BDE'ers simpelweg ervaringsdeskundigen waarvan de huidige wetenschap nog heel wat zou kunnen leren.


maandag 11 juni 2012

Waarom

is er in de wetenschappelijke en medische wereld zoveel weerstand tegen onderzoek naar oorzaak en inhoud van een BDE? Waarom wordt er in al dan niet wetenschappelijke tijdschriften zo weinig aandacht besteed aan BDE? 
Aangezien de instelling van artsen en andere wetenschappers tegenover bijna-dood ervaringen in belangrijke mate bepaald wordt door hun eigen ideeën en opvattingen over leven en dood, en deze vaak door hun religieuze of spirituele achtergrond achtergrond - of juist het ontbreken hiervan! - dienen we dringend stil te staan bij wat bekend is over wetenschappers en hun religieuze ideeën.    

Pim van Lommel: 'Uit enquêtes is gebleken dat een meerderheid van wetenschappers in tegenstelling tot de algemene bevolking niet zo geïnteresseerd is in religie of in de mogelijkheid van onsterfelijkheid. Terwijl 91% van de Amerikaanse bevolking gelooft in God en/of in een vorm van persoonlijk voortbestaan, gelooft volgens een recente enquete onder ruim 1000 artsen in de VS 76% van de artsen in God en 59% in een persoonlijk voortbestaan. Maar uit een artikel in Nature blijkt dat slechts 39% van de wetenschappers zichzelf religieus noemt, en dus 61% niet religieus of agnosticus is, of twijfelt. Op grond van een identieke enquete die in 1914 is gehouden blijkt dat percentage van 'ongelovigen' in ruim 80 jaar bijna ongewijzigd is gebleven. Opvallender is echter dat volgens een ander artikel in Nature ('Leading scientists still reject God') slechts 7% van de meest invloedrijke en belangrijke wetenschappers, die allen lid waren van de Nationale Academie van Wetenschappen in de VS, zichzelf religieus of spiritueel noemt. Dit betekent dat 93% van deze topwetenschappers tegenwoordig elke vorm van religie of spiritualiteit ontkent, terwijl het percentage gelovige topwetenschappers in 1914 nog 28% was, en 35% van hen toen nog geloofde in een persoonlijk voortbestaan.'

Wat is er in die tussentijd gebeurd? 
Heeft de wetenschap inmiddels werkelijk het niet-bestaan van God aangetoond?
Of is er iets anders, iets veel interessanter aan de hand? 
Wat denk jij namelijk dat er gebeurd als topwetenschappers studenten/mensen stelselmatig 'bewust' maken van het feit dat de huidige wetenschap alle antwoorden op alle vragen heeft of in de toekomst zal hebben? 

Kijk, als er in ons bewustzijn geen plaats is voor een godsbeeld of iets dergelijks (ik spreek persoonlijk graag over de Tao), of voor onsterfelijkheid, zal het (voor)oordeel over onderwerpen die leven en dood betreffen ook vanuit ditzelfde bewustzijn worden bepaald. En hierbij moet de invloed van bekende topwetenschappers bepaald niet worden onderschat omdat zij vaak een belangrijke positie bekleden in nationale en internationale wetenschappelijke adviescommissies en in redacties zitten van de belangrijkste wetenschappelijke tijdschriften, waardoor zij mogen beoordelen of een artikel wel of niet geplaatst kan worden. Hoewel hun oordeel volgens de gehouden enquêtes niet representatief is voor alle wetenschappers, met name niet voor artsen, en al helemaal niet voor de bevolking, wordt zij toch als representatief gezien. 

Hoe wordt zoiets eigenlijk genoemd denk je? Is dit eigenlijk niet een verdoken vorm van indoctrinatie op het allerhoogste niveau, namelijk dat van brainwashing?

   



       

zaterdag 9 juni 2012

Eeuwigheid.

Een kwestie van tijd. 
Van kijken en reflecteren.
Van genieten en nagenieten.

Konden we maar even stil staan
voor eeuwig
in dit moment blijven en 
nooit, op geen enkel moment, omkijken
naar wat is geweest en nooit meer zijn zal
maar
verder dapper stappen zetten
in de richting van een rijk dat geen enkele maan beschijnt.

Omdat ik alles kan zijn,
wil ik vooral mezelf ontdekken.
Mezelf bevlekken met eigen zonden is een genot en ik zweet
elke dag kringen van geluk en euforie!

Eeuwig zal ik dansen
Eeuwig zal ik zingen
Eeuwig zal ik leven
Eeuwig zal ik getuigen: 'Wat een Zaligheid!'



zondag 3 juni 2012

Het verschil

tussen een inzage of inkijk en een inzicht is dat het eerste een toeschouwer of een waarnemer veronderstelt en het tweede het niveau van waarnemer en waargenomene overstijgt want van een deelnemer uitgaat die letterlijk samenvalt met datgene wat hij daarvoor slechts waarnam. Laat me dit verduidelijken.
De fysicus en psycholoog Peter Russell vergelijkt het vermogen om bewustzijn te ervaren met het licht van een filmprojector. De projector zendt licht uit op een scherm en het geprojecteerde beeld verandert constant. Alle beelden die geprojecteerd worden, zijn inhoudelijke aspecten van het bewustzijn, zoals waarnemingen, gevoelens, herinneringen, dromen, gedachten en emoties. Zonder het licht van de projector zouden er geen beelden bestaan en daarom kan dit licht worden vergeleken met het vermogen om bewustzijn te ervaren. Maar de beelden zijn niet het bewustzijn zelf! Wanneer alle beelden verdwenen zijn, en alleen het licht van de projector nog schijnt, kunnen we spreken van de zuivere bron van het bewustzijn. Dit is puur bewustzijn zonder inhoud. Iets wat door Oosterse wijsgeren en ingewijden 'samadhi' wordt genoemd: men zegt dat iemand op dat moment 'verlicht' is. 

Tijdens een eenheidservaring wordt de ontmoeting met 'het Licht' als het meest indringende en essentiële onderdeel van de ervaring beleefd. Dit gaat altijd gepaard met een overweldigend gevoel van onvoorwaardelijke liefde, acceptatie, dankbaarheid en nederigheid. Men is op zulke momenten volledig opgenomen in het 'verlichtend' en alomvattend bewustzijn omdat het onderscheid weg is gevallen tussen het ik en de omgeving; men ervaart zichzelf tegelijkertijd als deel en als geheel. 

De 'holistische' filosoof en auteur Ken Wilber beschrijft dit in zijn boek Zonder Grenzen als het transpersoonlijke zelf of de 'getuige' die als 1 wordt ervaren met alles waarvan het getuige is. Maar wat je ervaart ben je niet. Ik heb mijn lichaam, maar ik ben mijn lichaam niet. Ik heb verlangens, maar ik ben mijn verlangens niet. Ik heb emoties, maar ik ben mijn emoties niet. Ik heb gedachten, maar ik ben mijn gedachten niet. Alles wat dan overblijft is een zuivere kern van bewustzijn. Dit bewustzijn stijgt uit boven het individuele en verbindt de mens met een wereld buiten tijd en ruimte. Dit eenheidsbewustzijn verschilt van alle andere niveaus van bewustzijn omdat het alle niveaus of aspecten van deelbewustzijn omvat. Wilber noemt dit grenzeloze, eindeloze bewustzijn het spirituele aspect van elk mens, en in dit bewustzijn is op elk moment het heden ('nu') aanwezig. Hier bestaat geen verleden of toekomst. Hier bestaat geen begin of einde. Hier bestaat geen grens tussen zelf en niet-zelf. Alles is met elkaar verbonden. Hier is een grenzeloze eenheid. 

Het is bijzonder interessant om zien dat Wilbers ideeën een opvallende overeenkomst tonen met Pim van Lommels idee van non-lokaal bewustzijn...

Ach... taal! Hoe vaak worden dezelfde zaken slechts anders benoemd!

Volgens Wilber is het erg moeilijk woorden te vinden voor de onuitsprekelijke ervaring van dit eenheidsbewustzijn, omdat het eindeloze bewustzijn niet te begrenzen is door woorden en gedachten. Dit is precies hetzelfde als wat mensen zeggen die hun buitengewone ervaringen onder woorden proberen te brengen. Wat zei de wijze Plato ook al weer? 'De ware aard der dingen wordt door onze woorden niet onthuld maar verhuld.'

(Dat neemt echter niet weg dat ik dapper mijn weg vervolg door regelmatig over dit soort zaken te schrijven en te praten.)