dinsdag 21 augustus 2012

Wist je

dat ongeveer vijftienduizend jaar geleden, toen er geen sprake was van overbevolking in het Nijldal en er meer dan voldoende voedsel beschikbaar was, de boeren daar tarwe en gierst verbouwden, gewassen die niet inheems waren?
Aangezien ze daar niet in het wild groeien, zouden er vele eeuwen van met grote zorg uitgevoerde selectie- en veredelingsmethoden nodig zijn geweest om deze gewassen uit wilde variëteiten te kweken. Het moet wel zo zijn geweest, zo schrijft Shirley Andrews, dat immigranten uit Atlantis, die deze granen thuis altijd al hadden geconsumeerd, ze overbrachten naar Egypte. Alsof het een getuigenis betreft van de vruchtbaarheid van de grond in Atlantis, alsmede een bevestiging van het vermoeden dat... jawel, buitenaardsen de mensheid geschenken hebben gegeven...
Vooraleer af te haken door het gebruik van het woord 'buitenaardsen', raad ik je toch aan even verder te lezen. Het beeld dat - vooral de Amerikaanse filmindustrie - van buitenaardsen heeft opgehangen, klopt namelijk langs geen kanten. Ik heb bijvoorbeeld altijd al geweten dat ik naar deze planeet ben gekomen. En ik ben heus niet de enige.

Daarnaast is er het feit dat er al sinds het tijdperk van de Atlantische zeevaarders reizen naar Noord- en Zuid-Amerika werden gemaakt. Westerse bezoekers die in de negentiende eeuw de Azoren aandeden, meldden bijvoorbeeld dat op deze vruchtbare eilanden vrijwel alle voedingsgewassen en vruchten groeiden die de mensheid kende, maar dan in verwilderde vorm. Hiertoe behoorden bananen, perziken, abrikozen, sinaasappelen, allerlei palm- en cactussoorten, aloë, vijgen en druiven. Er waren zelfs treurwilgen! De hortensia's, geraniums en oleanderstruiken waren kolossaal groot, het wemelde er van fuchsia's in allerlei stralende kleuren en er groeiden camelia japonica's ter grootte van forse bomen! Hoe was dit mogelijk?

Volgens Shirley's inzichten, was Atlantis welhaast paradijselijk vruchtbaar en leed niemand er honger. Ik citeer: 'De bomen leverden volop vruchten en noten, aan de kust waren schelpdieren in overvloed te vinden, de oogsten waren rijk. Een doorsnee-maaltijd van zo'n twintigduizend jaar geleden kon bestaan uit oesters, boven houtskool geroosterd lamsvlees en gekookte wilde rijst, groene salade, verse vruchten en verrukkelijke kruidenthee. Vis was altijd een populair voedingsmiddel in Atlantis, maar sommige nakomelingen van geëmigreerde Atlantiers ontwikkelden de traditie dat zij geen vis en ander voedsel uit zee aten, zoals de Iroquois in Noord-Amerika en de Toearegs in het Atlasgebergte in Afrika. (...) Ondanks de overvloed aan vis en vlees waren veel Atlantiers vegetariër. Zij realiseerden zich dat het eten van dierlijk vlees een aanslag betekende op de in hun lichaam stromende energie, hetgeen tot lethargie, onevenwichtigheid en vatbaarheid voor ziekte kon leiden. Bovendien was het eten van vlees niet bevorderlijk voor het gebruik en de ontwikkeling van de hogere vermogens van het bewustzijn. 
De eerste Atlantiers waren uiterst gevoelig voor de vibraties van groeiende organismen, een vermogen dat hen in staat stelde zich er innig mee te verbinden en ze te respecteren. Op overeenkomstige manier maken spiritueel bewuste mensen van onze tijd gebruik van visualisatie en de diepe staat van absorptie in de meditatie om informatie te ontvangen van natuurgeesten (elementalen) of andere intelligente entiteiten. (Tussen haakjes: denk aan de techniek die James Redfield beschreef in zijn Celestijnse Belofte.) Wanneer de Altantiers met planten en bloemen communiceerden, stelden zij zich open voor de adviezen die de geesten van planten hun wilden geven. Hiertoe behoorden aanbevelingen over het beste tijdstip om een gewas in te zaaien, welke zaden beslist volgens de Noord-Zuidas moesten worden gepoot, en hoe ver uiteen zaden moesten liggen. Zij leerden dat bladgroenten en planten die hun vruchten bovengronds ontwikkelen het beste voor de volle maan konden worden ingezaaid. Wortelgewassen ontwikkelden zich voorspoediger als het zaad tijdens de volle maan of kort daarna werd ingezaaid, maar beslist voor de nieuwe maan. Tomatenplanten leven bij voorkeur alleen. Ook een brok bergkristal in het midden van een tuin was bevorderlijk voor de plantengroei. De Atlantiers hadden niet alleen contact met dieren en planten, maar ook met insecten. (...)'

Hoe komt het dat zo'n schitterende hoogstaande beschaving uiteindelijk onder de golven verdween, daar waar nu de uitgestrekte Atlantis-che Oceaan ligt? 

Net zoals tegenwoordig het geval is, werden materiële zaken steeds belangrijker. Hierdoor veranderde de manier van leven en verhuisden talloze ambitieuze gezinnen naar de steden. De resterende boeren raakten overbelast en kwamen steeds meer in tijdnood voor het produceren van de enorme hoeveelheden voedsel die de groeiende bevolking in de steden nodig had. Zij begonnen de gebruiken uit het verleden te negeren, zoals de zaai-ceremonien en rituelen voor de communicatie met deva's (= elementen of natuurgeesten). Zij staakten zelfs hun pogingen om de grond de voedingsstoffen die eraan waren onttrokken terug te geven! 
Aanvankelijk respecteerden de Atlantiers de Aarde, de Winden, de Zon en het Water, maar in hun streven om greep te krijgen op deze elementen om meer voedsel te produceren, verloren zij het respect voor de natuur en gingen de natuur zien als iets wat ze konden exploiteren voor hun eigen welzijn. De vruchtbaarheid van een groot deel van de landbouwgrond in Atlantis nam gedurende deze laatste periode sterk af, waardoor de oogsten nog verder terugliepen. En in de na-dagen van Atlantis deed er zich nog een ander probleem voor. Toen de bevolking groeide begonnen de Atlantiers - om in hun toegenomen behoefte aan timmerhout en hout als brandstof te voorzien - zonder enig systeem de berghellingen te ontbossen! 

De visionair Edgar Cayce meldde dat er omstreeks 10.700 voor Chr. grote hoeveelheden kostbare humus omlaagspoelden en uiteindelijk in zee terechtkwamen. Dit komt overeen met de schrikbarende verwoestingen die in onze tijd worden aangericht in Nepal, in Brazilie, in het noorden van Canada, op Sumatra en in vele andere tropische landen waar grootschalige ontbossing de dunne vruchtbare bovenlaag blootstelt aan intensieve erosie. 

Laat je dus vooral niet vangen door het idee dat overbevolking de boosdoener is. Wees gerust, deze Aarde kan heel wat mensen dragen mits, en alleen mits, deze mensen het kostbare evenwicht tussen henzelf en de Aarde die hen voedt, weten te bewaren. Als zij daarin slagen, zullen zelfs de Hemelen zich terug voor hen openen. In de toekomst zullen talloze Aardes hen opnieuw liefdevol verwelkomen, daar ben ik zeker van.